Het is weer 1 mei, de dag van de arbeid. En hoewel in de ons omringende landen de meeste werknemers op deze dag van de arbeid gek genoeg vrijaf krijgen (jammer dat het dit jaar op een zaterdag valt), mogen we in Nederland gewoon aan het werk. Hoe zit dat nou?
In 1817 begon de Britse ondernemer Robert Owen aan een voorstel om zijn fabrieksmedewerkers slechts 8 uur per dag te laten werken. Dat zou beter zijn voor hun fysieke, mentale en sociale gezondheid, zo redeneerde hij. Dat was het begin van de tijd waarin werknemers meer rechten kregen. En daaraan danken wij de ‘standaard’ werkdag van acht uur.
Sindsdien wordt iedere 1 mei de Dag van de Arbeid gevierd. Over de keuze van de datum verschillen de meningen. Sommigen zeggen dat die datum is gekozen omdat die dag in 1884 de American Federation of Labor een wet doorvoerde die de 8-urige werkdag mogelijk maakte. Anderen zeggen dat voor 1 mei is gekozen, omdat in 1886 op die dag een staking in Chicago uit de hand liep en er enkele doden vielen. Er wordt gezegd dat de dag van de arbeid een gedenkdag voor die doden is.
Hoe het ook zei, de dag is erg bekend. Vooral in socialistische en (ex-)communistische landen wordt de Dag gevierd. In België, Duitsland en Frankrijk is de dag populair en in veel Balkanlanden is het zelfs een nationale feestdag. In Nederland heeft de PvdA al meerdere keren gepoogd de dag ook hier als zodanig te benoemen, maar die pogingen hebben tot op heden weinig opgeleverd.
Daarom mogen wij op deze heugelijke dag gewoon aan het werk. En dat is misschien wel zo logisch. Het is tenslotte de dag van de arbeid en niet de dag van het vrijaf. Maar dan wel met werkplezier. Of toch niet, want de dag van het werkplezier is dit jaar op 18 juni.
Ach, voor mij is het iedere dag de dag van het werkplezier, dus ook vandaag. Allemaal een fijne dag van de arbeid.