Onlangs mocht ik een workshop bijwonen van Daniël Ofman, de bedenker van het kernkwaliteitenkwadrant en inmiddels druk bezig met het verbinden van het “Ik”, “Het” en “Wij”. Een zeer inspirerende man die overtuigend kan vertellen over organisatieontwikkeling en leiderschap. Lees zijn boeken of bezoek zijn website (www.corequality.nl), zeer aan te bevelen.
Ik ga hier niets vertellen over het kernkwadrant (waarin je uitvindt wat je kernkwaliteit, valkuil, allergie en uitdaging is) omdat daar al websites over vol staan. Wat ik wel met jullie wil delen is zijn methode van brainstormen.
–
Wat is een brainstorm?
Iedereen heeft wel eens een brainstorm meegemaakt. Soms succesvol, soms ook helemaal niet. Het idee achter brainstormen is om zoveel mogelijk ideeën te genereren in een korte tijd, van waaruit gezocht kan worden naar de meest optimale aanpak voor een probleem of uitdaging.
De ideeën die gegenereerd worden liggen op een lijn tussen waardeloos en perfect. Ergens op die lijn ligt jouw acceptatiedrempel of de acceptatiedrempel van de organisatie. In de meeste gevallen beginnen de ideeën ruimschoots onder die acceptatiedrempel. De ideeën die daar bovenuit komen zijn immers al een keer geprobeerd of om andere redenen afgeschoten, anders was de brainstorm tenslotte helemaal niet nodig geweest.
De sessie begint dus met het verzamelen van heel veel verschillende ideeën. Komt een brainstorm niet op gang, dan helpt het vaak om de vraag te stellen om vijf immorele of illegale ideeën te benoemen. Dan komt de vaart er al snel in.
–
–
–
De 2 gouden vragen
Als de eerste inventarisatie is gemaakt, stel je je bij ieder idee de volgende vragen:
1. Wat aan dit idee is:
Waardevol?
Bruikbaar?
Aantrekkelijk?
2. Wat zijn de uitdagingen bij die idee (positief geformuleerde bezwaren)? Hoe tackelen we bezwaar x om doel y te bereiken?
Waar een brainstorm vaak ontaard in het afschieten van ridicule ideeën en het onderuithalen van de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van ideeën (hetgeen niet zo productief en bevorderlijk voor de sfeer is), nodigen deze beide vragen juist uit om te focussen op het positieve in ieder idee en om aan te geven wat je wel wilt. Tevens dragen ze bij aan een veilig klimaat tijdens de sessie waarin iedereen vrij is zijn ideeën en suggesties te uiten. Je houdt dus niet perse vast aan de letterlijke versie van de oorspronkelijke suggestie, maar over wat daarin positief wordt bevonden.
De beantwoording van beide vragen leidt haast automatisch tot vervolgideeën die steeds weer iets dichter bij de acceptatiedrempel liggen. Door dit proces een aantal keren te herhalen zal een reële en innovatieve oplossing voor de voorliggende vraag binnen handbereik komen.
Een simpele maar doeltreffende methode die ik graag met jullie wilde delen. Hieronder enkele van de vele boeken die Daniël Ofman in de afgelopen jaren heeft uitgebracht.
–
Het grote kernkwaliteitenspel |
Mission 9 |
Bezieling en kwaliteit in organisaties 6 cd Luisterboek |
He ik daar?! |
Bezieling en kwaliteit in organisaties |