Er is een land, waar ze onderzoek hebben gedaan naar hoe topmanagers hun tijd indelen. En dan specifiek welke keuzes zij daarin maken, zodat ze de hele dag efficiënt blijven en de goede beslissingen nemen. In dat onderzoek werden antwoorden gegeven als de volgende:
“Ik weet dat het common practise is dat topmanagers de dag extreem vroeg beginnen, maar eerlijk gezegd heb ik het idee dat ik betere beslissingen neem en een betere relatie met mijn omgeving heb, wanneer ik goed uitgerust ben. Dus ik sta meestal rond acht uur op, na een goede en verantwoorde nachtrust.
Ik zorg er ook voor dat mijn werkweek gemiddeld niet langer duurt dan 40 uur en dat ik nooit in het weekend werk. Dat is belangrijk voor mij om twee redenen. Ten eerste heb ik een leven buiten mijn werk. Ik heb een familie die mij graag ziet, vrienden en hobby’s waar ik ook graag tijd voor vrijmaak. Daarmee laad ik mijn batterij op, doe ik nieuwe ideeën op en presteer ik uiteindelijk beter wanneer ik weer op mijn werk verschijn.
Ten tweede, als ik iedere ochtend om zes uur op mijn werk verschijn en pas om negen uur ’s-avonds weer vertrek, en dan ook nog eens in de avonduren en weekenden telefoontjes en e-mails beantwoord, gaat daarvan een signaal uit naar mijn medewerkers. Dat zou uitstralen dat dat het werkethos binnen ons bedrijf is. En dat is het niet en mag het ook niet zijn.
Het is simpelweg een feit dat voor de meeste mensen, de eerste 40 uur in een werkweek het meest productief zijn. Die betekenen veel meer dan de volgende 10, 20 of 30 uur. Maar die extra uren die je aan je werk geeft, beschadigen wel je privéleven, je familie en je gezondheid. En dat beïnvloedt op de lange duur jouw prestaties bij ons bedrijf.
Eerlijk gezegd, als jij je werk niet zo kunt plooien, dat het past binnen een veertig urige werkweek, moet je beter leren prioriteren en delegeren.”
Verfrissende woorden en ik kan ze ten volle onderschrijven. Maar de vraag die ik je wil voorleggen is: In welk land werd dit onderzoek verricht?
Doe eens een gok.
Het antwoord is: in geen enkel land. Ja, Utopia misschien.
Daarvoor in de plaats lezen we interviews met managers en ceo’s die pochen dat ze om vijf uur opstaan voor een werkdag van een uur of zestien en de overige acht uren ook nog eens standby staan voor hun bedrijf. Mensen die met dikke tassen naar huis vertrekken om acht uur in de avond en die dan daadwerkelijk nog opendoen ook als ze thuis zijn gekomen. Mensen die iedere avond aanschuiven bij veel te luxe zakendiners en in het weekend op moeten draven op seminars, aandeelhoudersvergaderingen en netwerkbijeenkomsten op de golfbaan. Mensen die intussen hun kinderen niet zien opgroeien en hun partner van zich laten vervreemden.
Sterker nog, veel mensen verwachten inmiddels dat topmanagers (maar ook de gewone werkman of vrouw) zich zo hard voor de zaak inzetten. Maar toch blijf ik dat een vreemde en slechte zaak vinden. Voor sommigen zal dit de beste invulling van hun leven zijn, maar voor velen zal de meerwaarde in het leven toch ook buiten het werk gevonden kunnen worden. Het moet toch mogelijk zijn je werk zo vorm te geven dat je tijd en aandacht overhoudt voor andere zaken. Waarbij je ook nog eens veel minder gestrest bent en meer open staat voor anderen en simpelweg meer plezier beleeft. En als manager ben je daarmee ook nog eens een beter rolmodel voor je medewerkers.
Wat mij betreft moet er een einde komen aan de overwerkcultus.
En er zijn voorbeelden te over van hoe het anders kan. Managers die iedere dag een uur inruimen in hun agenda met niets. Een uur waarin ze klaar zitten voor hun medewerkers die hun klachten, vragen en ideeën op dat moment kunnen uiten. Managers die tijd nemen voor een yoga-sessie niet in plaats van, maar wel aansluitend aan de lunch, zodat ze ontspannen aan het tweede deel van de dag beginnen. Managers die wel aanschuiven bij het ontbijt met de kinderen en ‘s-avonds op tijd thuis zijn voor het avondeten. En dat zouden veel meer mensen moeten doen.
Het moet afgelopen zijn met “werken tot je erbij neervalt en de rest komt daarna”. Dat is slecht voor de zaken en slecht voor de mensen zelf. Hopelijk kunnen we daar binnenkort definitief afscheid van nemen.