Met alle nieuwe technische snufjes op de smartphones, tablets, laptops en de razendsnelle ontwikkelingen op communicatieplatforms als skype, zoom, webex, teams, facetime en niet te vergeten de traditionele mail, wordt het werken steeds makkelijker gemaakt. In de ene organisatie heet het “het nieuwe werken” in de andere “tijd en plaats onafhankelijk werken”. Idee is dat je zelf bepaalt hoe en wanneer jij je werk verricht.
Het was wachten tot ook de keerzijde van deze nieuwe technische mogelijkheden de kop zou opsteken. En dat is inmiddels gebeurd. Van medewerkers wordt namelijk meer en meer verwacht dat ze 24 uur per dag bereikbaar zijn. Ook op die vrije woensdag of vrije vrijdagmiddag. En meer dan eens ook in de weekenden. En zeker nu de gemiddelde kantoormedewerker al enkele maanden thuiswerkt en dat de komende maanden ook wel zal blijven doen, wordt de vervaging tussen werk en privé steeds groter. Wie zet zijn werkmobiel nog uit in de avonduren en weekenden? Opgelegd door de baas of zelfopgelegd uit ‘plichtsbesef’.
Daarom wordt er steeds luider geroepen om het recht om onbereikbaar te zijn. Ook in de concept-verkiezingsprogramma’s en de advisering van de SER richting het kabinet komt dit thema meer en meer naar voren. Voor wat het waard is, want het is alweer campagnetijd en er moeten zieltjes gewonnen worden. Maar ik vind eerder dat medewerkers (en eventueel ook de vakbonden) hierin zelf ook hun verantwoordelijkheid hebben laten liggen.
Zoals in alle relaties (ja ook jouw baan is een relatie tussen jou en jouw werkgever: een arbeidsrelatie) is het een kwestie van geven en nemen. Maar dat werkt wel twee kanten op. Jij geeft jouw tijd en deskundigheid in ruil voor een salaris. Voor jouw werkgever werkt het precies andersom. Daarover heb je afspraken gemaakt in een arbeidscontract met normaal gesproken een afgesproken aantal uren daarin. Dat is de tijd waarvoor jij betaald krijgt. Alles wat je extra doet doe je dus voor noppes.
En het is zeker niet ongebruikelijk om bij grote drukte of een spoedklus even wat extra te werken of wat extra uren in de avond of het weekend te maken. Dat hoort bij vrijwel iedere baan. Maar ook daarbij geldt balans. Dus dat er ook ruimte voor jou is om op een mooie zomerdag (ter compensatie) wat eerder naar huis te gaan om lekker in het zonnetje te zitten.
Wil jouw baas dat jij ook buiten jouw reguliere tijden beschikbaar bent, dan heeft dat niet alleen een enorme impact op jouw sociale leven (mag je in je vrije tijd dan wel een borrel nemen met het risico dat je baas of een klant je een beetje aangeschoten aan de lijn krijgt?) maar ook dat van anderen (kun je wel vrij privéafspraken maken met vrienden, familie of je kinderen als je ook daarbij overvallen kunt worden door een verzoek van je werk?).
Ik zet in ieder geval mijn zakelijke telefoon uit na werktijd. Als ik denk dat het zinvol is om bereikbaar te zijn omdat ik ‘gedoe’ verwacht (dat heet ook wel intuïtie) dan laat ik hem aanstaan. Maar verwacht mijn baas van mij dat ik structureel bereikbaar moet zijn buiten de overeengekomen werkuren, dan mag hij mij daar eerst voor gaan betalen. Piketdienst (met een piketvergoeding) heette dat vroeger. Anders ben ik een dief van mijn eigen portemonnee,.., en een dief van mijn eigen vrije tijd. En dat kan niet de bedoeling zijn. Dat houdt ook niemand lang vol want een burnout ligt dan al snel op de loer.
Het recht op onbereikbaarheid bestaat volgens mij dus allang, het is alleen aan de medewerker om zijn of haar grenzen te bewaken. Want anders gaan de werkgevers er ongemerkt en zonder te betalen met jouw vrije tijd vandoor. Wat vind jij?