Nu vrijwel iedereen die dat kan aan het thuiswerken is, en dat voorlopig nog een tijdje doorgaat, is het steeds moeilijker om de werk-privébalans in de gaten te houden.
Inmiddels is het zelfs de vraag of we nog wel aan het thuiswerken zijn, of dat we leven op de werkplek. Dat lijkt misschien een grapje, maar dat is het allerminst.
Hoe is het zo gekomen?
We begonnen met thuiswerken ergens in maart. De eerste intelligente lockdown begon zo’n beetje toen het wc-papier en de chips (kennelijk de primaire levensbehoeften van de Nederlanders) in de supermarkten uitverkocht raakten. Daarna kwamen de zoom-meetings, vergaderingen via MS Teams, Webex en niet te vergeten de webinars natuurlijk. Eerst nog wat onwennig en met een grap, maar nu weten we haast niet beter meer.
Langzaam begonnen werkgevers voorzieningen te organiseren en kregen mensen die dat nog niet hadden een telefoon, laptop, computerscherm en bureaustoel voor thuis. Van een plekje in de slaapkamer of aan de keukentafel, heeft menig kantoorslaaf inmiddels een heuse werkplek ingericht in huis. We doen niet eens meer moeite om ons aan te kleden voor ons werk, maar schuiven met onze pantoffels aan in een t-shirt achter het beeldscherm. We rollen haast ons bed uit om na vijf minuten aan te schuiven bij de eerste ochtendvergadering.
En daarmee is het onderscheid tussen thuis en werk geleidelijk aan verdwenen. Het is dan ook serieus de vraag of we thuis aan het werken zijn, of leven op onze werkplek. Waar eerder zo’n 7% van de werknemers regelmatig thuiswerkten, blijkt uit onderzoek dat dat op dit moment in sommige sectoren 50% of hoger is. En de meeste medewerkers verwachten dat ze dat ook na deze crisis in hoge mate (2 a 3 dagen per week) zullen blijven doen.
Dat geeft natuurlijk veel nieuwe mogelijkheden en voordelen voor de werknemer. Maar het heeft zeker ook nadelen. Waar de heen- en terugreis naar het werk ook momenten van reflectie zijn en kansen om (letterlijk) afstand te nemen van het werk, lukt dat thuis niet meer. We schuiven vanaf de werkplek binnen een halve minuut aan bij het avondeten. Dat geeft toch een heel andere dynamiek en leidt tot andere gesprekken aan de dinertafel.
Tips om werk en privé ook thuis van elkaar te scheiden
Daarom is het zaak om ook thuis een duidelijke scheiding aan te brengen tussen werk en privé. Hoe je dat doet? Daarvoor heb ik in de volgende blog een aantal nuttige tips gegeven. Hier nogeens in het kort een aantal tips die zorgen voor een heldere afbakening tussen werk en privé:
- Maak een duidelijke dagplanning
- Maak tijd vrij voor pauzes
- Begin en eindig je dag op een vast moment
- Neem daarvoor en daarna tijd om het werk uit je gedachten te zetten door even te wandelen of een boek te lezen
- Kleed je voor je werk zoals je dat gewend was, en trek na afloop van je werktijd ook weer vrije tijdskleren aan (zo trek je letterlijk je werk aan en uit)
- Scherm je werk af van de rest van het huis, buiten werktijden zorg je dat je geen zicht hebt op stukken, je werktelefoon of je werkcomputer
Door deze tips op te volgen houd je je werk en privéleven gescheiden en leef je weer gewoon in je huis en niet langer op je werk. En dat is wel zo gezond.